
Rijksmonumenten
Meer achtergrond informatie over deze Rijksmonumenten is te vinden in
Wenjen yn Aldegea: De skiednis fan it doarp, de ynwenners en har ferdivedaasje.Klik op hier om het betreffende document in te zien of te downloaden. Tevens zijn hier meerdere documenten te vinden over verschillende onderwerpen m.b.t. Oudega.
Blauwe steen
Locatie: Aldegeasterdyk tegenover nummer 30
Rijksmonument nummer 33985
De Blauwe Stien werd al aangegeven op de kaart van Christianus Schotanus’ beschrijving van de grietenij Smallingerland uit 1664. Volgens één verhaal zijn de krassen op de kei veroorzaakt door soldaten van bisschop Bernard van Galen (Bommen Berend), die in 1672 deze streken afstroopten. Ook wordt beweerd dat de steen een merkteken was in een stelsel van heidense cultusplaatsen of de laatste rustplaats van ene pater Boudewijn van het klooster Smalle Ee. Waarschijnlijk betreft het een steen, die de grens tussen de dorpsgebieden van Nijega en Oudega markeerde.
Rechthuis
Locatie: Buorren 11
Rijksmonument nummer 33990
Vanaf ongeveer 1640 staat het voormalige Rechthuis van de grietenij Smallingerland in Oudega, omdat dit ooit het bestuurscentrum van de grietenij was.
In de 16e en 17e eeuw komt elke dinsdag de grietman, de ene week in Smalle Ee, de andere week in Oudega, om recht te spreken. De Grietman huurt de bovenzaal van de herberg en gebruikt deze als weerkamer of gerechtskamer, waar recht gesproken werd. Als straf kun je worden opgesloten in het blok gevangenenkluister in de kerktoren van de Sint-Agathatsjerke. In 1663 wordt de rechtspraak in Smalle Ee opgeheven. Vanaf die tijd wordt de grietenij Smallingerland bestuurd vanuit Oudega. Dit duurt tot 1816.
Op 17 mei 1738 woedt er een grote brand in Oudega, op die dag worden zeven panden volledig in de as gelegd. Het betreft vijf op één rij staande huizen met op korte afstand daarvan nog twee huizen met schuurgedeelte. De brand woedt in het centrum van Oudega en legt onder andere het oude Rechthuis in de as. De oorzaak van de brand is nooit achterhaald. Na de brand hebben de toenmalige eigenaren, Foocke Wytzes en Ebeltje Meinderts, de herberg, iets westelijker, laten herbouwen. In de bovenkamer huurt de grietman opnieuw een ruimte voor de weer- of gerechtskamer. De gevelsteen met het reliëf van Vrouwe Justitia en de initialen van de toenmalige eigenaren Foocke Wytzes en Ebeltsje Meinerts verwijzen naar de oorspronkelijke functie van het pand. Dit kunstwerkje mag gerekend worden tot de eerste rococo-scheppingen in Nederland. Het is vervaardigd door een in Oudega geboren jongeman, Kornelis Kooystra, pleegkind van Foocke en Ebeltsje.
In 1816 verliest het Rechthuis zijn bijzondere functie.
Kop-rompboerderij, bijschuur en stookhok
Locatie: Opperbuorren West 1
Rijksmonument nummer 506243 + 506976 + 506978
Midden-19e-eeuwse [1856] kop-rompboerderij met zijlangsdeel en grupstal, hoofdzakelijk opgetrokken uit gele Friese steen; de kop onder rietgedekt zadeldak met topschoorsteen, de schuur met dekbalkgebint onder iets hoger rietgedekt even afgewolfd schilddak met uilenborden met opengewerkte makelaar [zwanen]; 1½-steens rollaag langs de geveltop; staafankers. De gedeeltelijk onderkelderde [jongere] kop is uitgerust met twee lichtgetoogde zesruitsramen en twee rechtgesloten zesruitsramen in de voorgevel, een zesruitsraam in de linkerzijgevel met 1-steens rollagen; in de rechterzijgevel een rechtgesloten zesruitsraam en een keldervenster met diefijzers.
Bijschuur
Haaks tegen de Noordoostelijke hoek van de boerderij aangebouwde kleine bijschuur, vermoedelijk ook daterend van omstreeks 1856 doch na 1918 verleng en met kleine steunberen versterkt.
Stookhok
Opgetrokken na 1918 uit rode strengparssteen en gedekt door een met blauw geglazuurde gegolfde Friese pannen belegd zadeldak met windveren. In het geheel oorspronkelijke interieur zijn nog aanwezig de met gesmoorde blauwe plavuizen belegde vloer en het rookgat met boezem.
De boerderij is vanaf 1967 in gebruik als woonboerderij. De huidige eigenaren kochten de boerderij in 2017 en hebben deze volledig gerestaureerd met behoud van de authentieke elementen. Het woongedeelte is volledig gemoderniseerd en volledig gasloos en energie-neutraal gemaakt.
Pastorie
Locatie: Buorren 7
Rijksmonument nummer 499306
Achter de voorgevel van deze voormalige pastorie van de Nederlandse Hervormde Kerk nu Sint-Agathatsjerke, gaan in ieder geval twee oudere pastorieën schuil. Het bouwjaar van de oudste is onbekend. Deze woning is waarschijnlijk in 1515 tijdens een gevecht in brand gestoken. Het jaartal op de gevel, 1743, geeft een ingrijpende verbouwing aan. Oorspronkelijk is het grondgebied van deze pastorie veel groter dan tegenwoordig. Er is een grote moestuin en een perceel bouwland. In de loop der tijden is er grond verkocht aan particulieren, instellingen en overheden.
De pastorie stond bekend onder de naam de Weme en is in 1910 in Jugendstil-trant verbouwd naar ontwerp van B. Kloosterman, gemeentearchitect van Marum.
Ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan werd de voormalige pastorie op 18 september 1993 open gesteld voor belangstellenden. Een belangrijk onderdeel van het programma was de onthulling van de nieuwe naam door de vrouw van burgemeester Pieter van der Zaag. Na een zorgvuldige afweging was de keuze van de bewoner gevallen op Kerckebosch. In die naam wordt zowel verwezen naar de vroegere bestemming van het pand als naar de boomrijke omgeving.
Sint-Agathatsjerke
Locatie: Buorren 1
Rijksmonument nummer 33989
Dit kerkgebouw wordt in de vroege 12e eeuw gebouwd in Romaanse stijl met een halfronde absis aan de oostkant, rouneingenoemd en in de veertiende eeuw rechthoekig gemaakt. De heilige Sint-Agatha is de beschermheilige tegen o.a. vuur en water. De muren van het schip zijn circa een meter dik en uit tufsteen opgetrokken. Tufsteen is afkomstig uit Duitsland en per schip aangevoerd. Door tal van verbouwingen al naar gelang de bouwstijl romaans of gotiek, ziet men met kloostermoppen en bakstenen veranderingen aangebracht. Zo zijn in 1599 de muren verlaagd en het met stro en riet gemaakte dak vervangen. In 1875 brengt men het dak en de muren naar de oorspronkelijke hoogte terug. In 1921 vindt opnieuw een grote restauratie plaats, daar het gebouw in groot verval is geraakt. Enkele wijzigingen worden aangebracht om de oorspronkelijke toestand te reconstrueren. De pannen van het dak worden vervolgens vervangen door leien. En de ingang tot de kerk is weer via de toren. De reformatie heeft ervoor gezorgd dat het altaar als zwaartepunt van de katholieke dienst verdwijnt en de aandacht naar de preekstoel met dooptuin verschuift. De preekstoel en de herenbank stammen uit de 17de eeuw. De kerkbanken, voor die tijd is de kerkzaal ongemeubileerd, stammen uit het jaar 1779. Deze kerkbanken zijn vervangen bij de restauratie van 1921. De herenbank is bij die restauratie ook aangepakt. Bij deze laatste restauratie is het tongewelf door Jacob Por uit Den Haag geverfd met artdeco verwante motieven.
De toren stamt uit de 12e eeuw en bereikt zijn hoogste punt eind 13e eeuwen kent van oorsprong drie verdiepingen, die alleen van buiten af te bereiken zijn. Immers in tijden van gevaar is dit het enige stenen gebouw waar men zich veilig acht. De toren bezit op de begane vloer een schandblok en een martelpaal. In de 16e, 17e en 18e eeuw bevindt zich het nedergerecht te Oudega en de grietman oefent dat voor Smallingerland in Oudega uit.
Waarschijnlijk heeft het kerkhof een klokkenstoel gekend. Rond 1200 komen de klokken op de bovenste verdieping te hangen. De oudste klok is van ongeveer 1200 en zij is de grootste van alle klokken in de provincie Friesland en heeft een diameter van 100,4 cm. De jongste klok vervangt de klok uit 1717, die gevorderd wordt tijdens de Duitse bezetting. Door mogelijke ongelijke inklinking van de fundering is de toren los komen te staan van het schip van de kerk.
Aan de oostkant en zuidkant zijn vijf gebrandschilderde ramen te vinden met het jaartal 1717. Eén van de vensters is gevuld met de wapens van de familie van Haersma, woonachtig in Oudega. De gebrandschilderde ramen zijn door de glasschilders Hendrik Busch, Douwe Feenstra en Pieter Harmens uit Leeuwarden gemaakt. De latere toevoegingen, zie jaartallen, kunnen van de gebroeders Staak uit Sneek zijn. Behalve door de gebrandschilderde ramen, is ook aan de grafzerken in de kerkvloer te zien, hoe groot de invloed van de familie is geweest.
Ook zijn enkele grafzerken in een aantal ruimten in de kerk ondergebracht. Benevens deze uitingen van welvaart is het kerkgebouw getooid met elf rijk bewerkte rouwkassen uit de periode 1707 – 1792.
Kerken hebben in vroeger tijden voorzangers gehad. Deze kerk krijgt in 1875 een orgel, geplaatst door de firma van Dam. In 1921 krijgt het orgel er een klavier bij door de firma Bakker gerealiseerd. In 1989 is het gerestaureerd door de orgelbouwer Haarsma uit Drachten.
Op het kerkhof bevinden zich enkele sarcofagen, gemaakt van Bentheimersteen, waaronder dat van een kind. Afkomstig uit de tijd van Middeleeuwen. Oorspronkelijk zijn er op dit kerkhof veel meer geweest, maar er zijn er diverse verwijderd. Zo zijn er in het dorp ook diverse te vinden en de sarcofaag bij het kerkmuseum te Janum, in 1817 op het kerkhof te Oudega opgegraven heeft via de Rottevalle daar zijn plek gevonden, toen nog resten van een skelet bevattend. Al deze sarcofagen veronderstellen een zekere welvaart in dit dorp.
De kerk is gedurende de zomerperiode, in het kader van Tjserkepaad, open op zaterdag van 13.30 tot 16.30 uur.
Uitgebreide informatie over de Sint-Agathatsjerke is te vinden door op hier te klikken.
Woonhuis
Locatie: Buorren 19
Rijksmonument nummer 33991
Dit pand is vermoedelijk in 1792 gebouwd: een restant van een muuranker geeft dat aan. Het huis is als boerderijtje gebouwd, in een ambachtelijk-traditionele stijl. Maar de agrarische bestemming verloor het al vroeg in de 19e eeuw. Daarna was het geruime tijd een wagenmakerij. Iets geheel anders volgde: een kapperszaak en nog weer later: een kruidenierswinkel. Sinds 1985 is het als woonhuis in gebruik.
Toch heeft het pand dankzij de oude [zij]muren en de dakpannen nog de oorspronkelijke uitstraling.
De in 1988 grondig gerestaureerde voorgevel draagt daar positief aan bij. De hoeketalage is toen verdwenen en de kozijnen zijn vernieuwd. Woning onder zadeldak tegen forse topgevel in combinatie met de vlechtingen, schieters en rollagen boven de gevelopeningen oogt de voorgevel als nieuw, maar ook als oud. De zolderverdieping heeft twee vierruitvensters.